Op 31 mei 2022 is het voorstel ‘versterking decentrale rekenkamers’ door de Tweede Kamer aangenomen. De invoering van de rechtmatigheidsverantwoording is een onderdeel van dit wetsvoorstel. Nu verstrekken externe accountants (bij ons op dit moment BDO) een controleverklaring met een oordeel inzake getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening van onze gemeente. Met de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording wijzigt dit. Het college van burgemeester en wethouders geeft vanaf (naar verwachting) de jaarrekening 2023 dan een rechtmatigheidsverantwoording. Deze wordt een integraal onderdeel van de jaarrekening. Daarmee vervalt de rechtmatigheidsverantwoording onder het getrouwheidsoordeel van de accountant. De accountant kijkt dus nog wel of de rechtmatigheidsverantwoording ‘juist’ is.
De verwachting is dat de Eerste Kamer nog in 2022 het eerdergenoemde voorstel behandelt en dat de rechtmatigheidsverantwoording voor het eerst moet worden afgegeven bij de jaarrekening 2023. Vooruitlopend hierop is al een aantal besluiten genomen. Zo is er in december 2021 een raadsvoorstel aangenomen om te kiezen voor variant 1 in het kader van de rechtmatigheidsverantwoording en is besloten om de tolerantiegrens vast te stellen op 1%. De verordeningen 212, 213 en 213a moeten nog wel geactualiseerd worden. We wachten nog op de modelverordeningen van de VNG en gaan daarmee begin 2023 aan de slag.
Tevens is het van belang om de controles goed in te richten, zodat het college ook kan steunen op deze controles en de uitkomsten hiervan. Dat is de basis voor het afgeven van de rechtmatigheidsverantwoording. De verbijzonderde interne controle (VIC) is nu op voldoende niveau en sterkte door de inhuur hiervan bij een externe partij. Wel loopt er in 2022 een Europese aanbesteding voor deze diensten. De nieuwe partij zal na de jaarrekening van 2022 starten. Een deel van de processen moet nog aangepast en geactualiseerd worden om de juiste controles vast te leggen. Daarvoor zetten we nu en in 2023 de nodige stappen.
