Inleiding
Structureel en reëel evenwicht
Op basis van onderstaand overzicht wordt aangetoond of de meerjarenraming, conform de uitgangspunten in het BBV, structureel in evenwicht is. Dit houdt in dat structurele lasten kunnen worden gedekt met structurele baten. Indien dit niet het geval is, is de kans groot zijn dat er op termijn een begrotingstekort ontstaat.
Structureel evenwicht
Als in het betreffende begrotingsjaar structurele lasten gedekt zijn door structurele baten is er sprake van structureel evenwicht. Incidentele lasten mogen gedekt worden door zowel structurele als door incidentele baten.
Reëel evenwicht
Reëel evenwicht houdt in dat de ramingen volledig, realistisch en haalbaar moeten zijn. Bij de toets of het realiteitsgehalte van de ramingen voldoende is spelen diverse onderwerpen een rol:
- Uitgangspunten in de begroting (o.a. realiteit van: ombuigingen, verwerking loon- en prijsstijgingen en algemene uitkering)
- Weerstandsvermogen en risico’s
- Ontwikkeling van de grondexploitaties
- Onderhoud van kapitaalgoederen (wegen, groen, gebouwen en riolering)
Berekening
Het structureel begrotingsevenwicht wordt berekend door de totale lasten en baten te corrigeren met de incidentele lasten en baten. Het saldo dat overblijft moet op termijn positief zijn (de structurele baten zijn dan groter dan de structurele lasten). Voor het jaar 2023 is op basis van de ramingen sprake van een negatief saldo.
De provincie spreekt als financieel toezichthouder een oordeel uit over het al dan niet structureel en reëel sluitend zijn van de begroting. Bij de beoordeling hiervan kan de provincie het saldo corrigeren voor algemene taakstellingen, de verwachte maar nog niet verwerkte ontwikkeling van de algemene uitkering en te positieve of te negatieve uitgangspunten zoals de gecalculeerde rentestand of de verwachte onder uitputting kapitaallasten. Dit is een inschatting van de provincie. De verwachting is dat de provincie het jaar 2023 niet als reëel en structureel in evenwicht beoordeeld, want dit jaar is negatief, maar dat de jaren 2024 t/m 2026 wel als reëel en structureel evenwicht worden beoordeeld. Wanneer dat het geval is, is er nog steeds sprake van repressief toezicht.