Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen

Inkomsten

1

Algemene uitkering

De algemene uitkering betreft een sterk schommelende en onzekere rijksuitkering. De financiële impact van met name de mei- en septembercirculaire kunnen groot zijn voor de gemeentelijke Begroting. Het gaat hierbij vooral om de volgende risico’s:

  • Risico’s die voortvloeien uit het verdeelsysteem
  • Risico’s die voortvloeien uit de accressystematiek
  • Daling rijksuitgaven (trap op- trap af)
  • Aanpassingen maatstaven

De herverdeling van het gemeentefonds wordt voor 2023 doorgevoerd. Op dit moment is al inzicht in de gevolgen daarvan voor onze gemeente en deze lijken nu mee te vallen.
Wat wel gevolgen heeft is het voornemen van het kabinet om met ingang van 2026 het accres te bevriezen op € 1 miljard (exclusief prijsstijgingen). Om het verschil te compenseren willen ze de wettelijke ruimte bieden dat gemeenten hun eigen belastinggebied kunnen vergroten (waarbij de rijksbelastingen verlaagd zullen worden). Onduidelijk is wat de plannen inhouden, op welke wijze heffing plaats gaat vinden en hoe wij dat wel of niet door gaan rekenen aan onze burgers. De korting op de algemene uitkering is al wel ingeboekt.
Tevens heeft het kabinet de opschalingskorting (voor onze gemeente ongeveer € 300.000) bevroren tot en met 2025, vanaf 2026 is deze volledig ingeboekt. Onduidelijk is of deze korting in stand blijft.
Tevens heeft het kabinet met de VNG afspraken gemaakt om het volumedeel van het accres te bevriezen. Dat wil zeggen dat wanneer het rijk minder geld uit gaat geven dan begroot, dit geen impact heeft op de algemene uitkering aan gemeenten. Wanneer het kabinet daarentegen meer geld uit gaat geven, dan ontvangen gemeenten daar niet ook een evenredig deel van. Het geeft gemeenten wel iets meer zekerheid over de verwachte inkomsten.
De normeringssystematiek is met het voorgaande dan wel deels losgelaten. De vraag is hoe dit zich voor de toekomst gaat ontwikkelen.
Naar aanleiding van het advies van de Raad voor Openbaar Bestuur (ROB) en de kritiek van de VNG op het nieuwe verdeelmodel, zullen er in de toekomst nog onderzoeken plaatsvinden naar de maatstaven. Deze kunnen impact hebben op de wijze van verdeling van de algemene uitkering aan gemeenten.
We blijven ten alle tijde afhankelijk van de politiek besluitvorming in Den Haag die impact heeft op de hoogte van de algemene uitkering. De invloed van gemeenten daarop is zeer beperkt.  

600

2

Dividend

De dividendopbrengsten bedragen circa € 330.000. Wij verwachten voor de komende jaren een redelijk consistent beleid van onze verbonden partijen waarbij de begrote dividenduitkering in onze Begroting aansluit bij de verwachte winstuitkeringen.
De huidige onzekerheden kunnen impact hebben op de hoogte van deze uitkeringen.

100

Bedrijfsvoering

3

Personeel

Bij arbeidsongeschiktheid van medewerkers ontvangt de werkgever over de eerste twee ziektejaren geen tegemoetkoming in de loon/ziektekosten. Een deel van dit risico wordt opgevangen binnen de personeelsBegroting.
Na de periode van twee jaar ziekte, waarbij de werknemer gedeeltelijk of volledig arbeidsongeschikt blijft, volgt een WGA uitkering via het UWV. De werknemer kan in aanmerking komen voor een uitkering. Hierbij geldt dat de medewerker voor minimaal 35% afgekeurd moet zijn. Het UWV brengt de WGA uitkering ten laste van de werkgever. Doordat de gemeente eigenrisicodrager is met een herverzekering (tot 1/1/2020), wordt deze uitkering vervolgens gedeclareerd bij de verzekeraar. De dekking is voor alle ziektedossiers met ingangsdatum vóór 1 januari 2020.

Voor toekomstige dossiers, met aanvangsdatum die ligt na 1/1/2020, komt de eventuele toekomstige uitkering (op z’n vroegst 1/1/22) ten laste van de werkgever. De herverzekering is per 1/1/2020 opgezegd vanwege de hoogte van de premie. De premie viel hoger uit dan de huidige schadelast en de eventuele ingeschatte toekomstige schadelast/uitkeringen. Voor eventuele uitkeringen in de toekomst wordt op dat moment een voorziening gevormd.
Voor het college van burgemeester en wethouders is het risico van arbeidsongeschiktheid en ontslag niet herverzekerd. In dat geval vindt doorbetaling van de salariskosten plaats tot aan het moment van herstelmelding, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, vinden van (vervangend) werk of overlijden.

De arbeidsmarkt wordt steeds krapper en dat maakt het invullen van vacatures lastig. De keuze kan dan vallen op kandidaten die nog moeten groeien in een functie en waarbij geïnvesteerd moet worden in opleiding en begeleiding of dat er langer moet worden ingehuurd dan gewenst. De verwachting is dat dit de komende jaren steeds vaker voor zal komen.

50

90

Open eind regelingen

4

Participatiewet

De afgelopen jaren is het aantal uitkeringsgerechtigden zeer stabiel gebleken (licht gedaald). De verwachting is dat dit de komende jaren wel zal stijgen. Dat heeft voornamelijk te maken met de verwachte hogere instroom van statushouders. Dit is onder andere het gevolg van de huisvestingsopgave statushouders. Onze taakstelling zal naar verwachting in de komende jaren stijgen. Op basis van het landelijke rekensystematiek (t-1 en objectief) heeft de gemeente een financieel risico van 7,5 tot 10% van de totale BUIG inkomsten op het BUIG tekort in een jaar. De rest kan de gemeente via de Vangnetregeling compenseren. Risico is hiermee beperkt tot € 33.000 (10% van BUIG).
De loonkostensubsidie is vanaf 2022 geen onderdeel meer van de BUIG. Deze wordt voorgefinancierd op basis van T-1. Het benutten van de loonkostensubsidie heeft een stijgend en cumulatief karakter. Deze groeiende groep zal een beroep doen om, soms langdurige, externe en interne jobcoaching (begeleiding). Voor deze lasten worden we onvoldoende gecompenseerd en komen dus ten laste van het lopende budget.
Met ingang van 1 januari 2022 vindt de implementatie van de wet inburgering plaats.
Wij schatten in dat de gemeente op de Participatiewet een financieel risico loopt van totaal € 100.000 per jaar, waarvan het de kans is dat deze maximaal 1 x in de 2 jaar zal kunnen voorkomen.

40

5

WMO

De invoering van het abonnementstarief in de WMO heeft ervoor gezorgd dat het aantal aanvragen voor voorzieningen zijn toegenomen. Tevens zijn er meer aanvragen voor WMO voorzieningen door het langer thuis blijven wonen en ook door de gevolgen van de coronacrisis. Verder zien we dat door de economische crisis de prijzen van de voorzieningen meer dan gemiddeld stijgen. We gaan de komende periode aan de slag met het uitvoeringsprogramma van de preventienota waarbij we willen insteken op lichte vormen van ondersteuning en daarnaast onderzoek doen naar innovatieprojecten bij zowel materiële als immateriële WMO voorzieningen.
De WMO betreft een open einde regeling, waardoor het budget niet leidend kan zijn.
We schatten dit risico in op € 250.000 en de kans dat dit maximaal 1x in de 3 jaar voorkomt.

Beschermd wonen wordt vanaf 2024 gedecentraliseerd. Onduidelijk is hoe dit zich gaat ontwikkelen in de komende jaren. We schatten dit risico in op € 50.000 en de kans dat dit maximaal 1x in de 2 jaar voorkomt.

100

6

Jeugdhulp

Binnen de budgetten voor Jeugdhulp zijn er meerdere risico's:
- De RSJ (Regionaal Serviceteam Jeugd IJsselland) wordt in 2022 gewerkt aan de inkoop voor de specialistische jeugdhulp voor 2023. De kans bestaat dat de gevraagde tarieven hoger zijn dan verwacht. Dit wordt veroorzaak door de economische ontwikkelingen, de krapte op de arbeidsmarkt en de oplopende druk op de bedrijfsvoeringskosten.
- Naast de inkoop van specialistische jeugdhulp loopt in 2022 ook de aanbesteding van de drie gecontracteerde Gecertificeerde Instellingen (GI). Ook hierbij is de verwachting dat de tarieven fors omhoog gaan, dit is conform het landelijk beeld. Dit is mede het gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt, hogere inhuurkosten, stijgende bedrijfsvoeringskosten en de hoger werkdruk per casuïstiek.
- Daarnaast betreft dit een open einde regeling. De verwachting is niet dat de aantallen snel zullen toenemen, maar vooral dat er meer een beroep wordt gedaan op zwaardere vormen van jeugdhulp en/of dat indicaties langer doorlopen.
- Het Rijk heeft via de algemene uitkering uit het gemeentefonds de verwachte nadelige gevolgen voor jeugd gecompenseerd tm 2024. Er is echter onzekerheid over de jaren daarna en de hervormingsagenda die besparingen op zou moeten leveren. Hiermee is al rekening gehouden bij onderdeel 1

Bovenstaande meegenomen is de verwachting dat het totale risico uitkomt op € 600.000 per jaar en de kans dat dit maximaal 1x in de 2 jaar voorkomt.

400

Overig

7

Onderhoud kapitaalgoederen
Openbaar groen

In afgelopen jaren zijn er naast stormschade ook toenemende problemen met boomziekten en ongedierte (bijvoorbeeld Eikenprocessierups) en exoten (zoals Reuzenberenklauw en Japanse Duizendknoop). Ook de droge zomers van de afgelopen jaren hebben negatieve invloed op de kwaliteit van het openbaar groen. Op dit moment is de financiële impact nog beperkt maar dit kan voor in de toekomst toenemen.

Wegen

Bij onderhoud aan wegen ontstaat risico wanneer er sprake is van extreme omstandigheden. Schade als gevolg van een strenge winter laat zich lastig voorspellen, omdat hier diverse factoren invloed op hebben, zoals staat van onderhoud, mate van zout strooien en de daadwerkelijke kou.
Naast vorstschade kan ook schade ontstaan als gevolg van storm. Dit betreft dan niet allen de wegen maar ook het openbaar groen.
Het financiële risico ligt tussen de € 100.000 en € 250.000 per jaar.  

120

8

Opbrengsten bouwleges

De prijzen voor grondstoffen stijgen op dit moment behoorlijk, daarnaast heeft het stikstofbeleid impact op de bouwmogelijkheden, is er krapte op de arbeidsmarkt en staat de economie onder druk. Al deze oorzaken kunnen impact hebben op de keuze voor particulieren en ondernemers om wel of niet een bouwaanvraag te gaan doen. Daarnaast is er nog de onzekerheid over de invoering van de omgevingswet die ook impact kan hebben op de hoogte van de tarieven. Dit alles zorgt ervoor dat de geraamde opbrengsten tegen kunnen vallen. We houden hierbij een marge van € 400.000 aan, waarbij de kans en financiële impact gemiddeld zijn.

140

9

Milieu- en bodemverontreiniging

Bij gemeentelijke besluiten lopen wij het risico om bedrijven geluid (of lucht)ruimte toe te kennen die achteraf niet opgelegd had kunnen worden. Het betreft met name oudere vergunningen, waarbij mogelijk klachten over geluid/lucht komen dan wel naar aanleiding van handhaving. Het grootste risico is dat het bedrijf niet meer op die locatie kan functioneren en uitgekocht moet worden. Deze kosten zijn niet te voorzien. Een tweede mogelijkheid is dat er wel voorzieningen mogelijk zijn, maar niet afdwingbaar bij het bedrijf. Deze voorzieningen moeten wij dan als gemeente bekostigen.
Daarnaast zijn er kosten als gevolg van noodzakelijke woningsanering zoals gevelisolatie maatregelen. Dit betreffen maatregelen die noodzakelijk zijn, nadat een geluidwerend gebouw door de gemeente is gesloopt. Het effect is dat de geluidbelasting op de woning toeneemt en boven de voorkeursgrenswaarde uitkomt.
Op basis van de afgelopen 10 jaar is de verwachting dat geluidsrisico’s eens in de vijf jaar kunnen voorkomen. De geschatte kosten zijn, afhankelijk van de saneringsmaatregel, ongeveer € 100.000. Hiervoor is geen dekking in de Begroting of verzekering opgenomen.
Bij calamiteiten kan er een bodemverontreiniging ontstaan op gemeentelijk grondgebied. Veelal worden de kosten verhaald op de verzekering van de veroorzaker. Risico is echter dat de dader niet te achterhalen is. Dit speelt bij grondwerkzaamheden, waarbij onverwachts een ernstige verontreiniging wordt aangetroffen. Een andere calamiteit die steeds vaker wordt uitgesloten van verzekering is verontreiniging van een gebied naar aanleiding van een asbestbrand. De kosten van een onderzoek naar de verontreiniging en de kosten van het opruimen kunnen variëren van enkele tienduizenden euro's tot een veelvoud daarvan. Op basis van gemeentelijke historie houden we rekening met een financieel risico van € 100.000 voor het onvoorzien en niet in de Begroting afgedekte sanering van bodemverontreiniging.

20

10

Energiekosten

Op dit moment hebben we te maken met stijgende energiekosten. We kunnen niet inschatten welke gevolgen dat op lange termijn heeft. Dit is afhankelijk van de oorlog in Oekraïne, de sancties die op Rusland zijn gelegd en de maatregelen die binnen nationaal en Europees verband worden genomen. De verwachting is dat de impact voor 2023 nog zeer groot zal zijn.

400

Totaal

2.060

Afgerond

2.100

Deze pagina is gebouwd op 10/06/2022 07:45:32 met de export van 09/20/2022 14:09:02