Onroerende zaakbelasting (OZB)
De WOZ-waarden dienen als grondslag voor de onroerende zaakbelasting(en). De WOZ-waarden voor 2023 bepalen we naar waardepeildatum 1 januari 2022. In de berekening voor de tarieven is (nog) geen rekening gehouden met een waardestijging/waardedaling. De definitieve (of voorlopige) waardeontwikkeling tussen waardepeildatum 1 januari 2021 en 1 januari 2022 is nog niet bekend.
Bij de berekening van de voorlopige tarieven is rekening gehouden met een indexering van 3%.
Dit resulteert (voorlopig) in de volgende OZB-tarieven 2023:
- OZB eigenaren voor woningen: 0,1015%
- OZB eigenaren voor niet-woningen: 0,2502%
- OZB gebruikers voor niet-woningen: 0,1863%
Afvalstoffenheffing
We maken gebruik van omgekeerd inzamelen met Diftar waarbij de afvalstoffenheffing uit een vast en een variabel tarief bestaat. Het vaste tarief is voor ‘alle’ huishoudens gelijk en wordt gevormd door de kosten van gezamenlijke voorzieningen en de inzet en beheer daarvan. De hoogte van het variabele tarief wordt gevormd door het aantal keren dat restafval wordt aangeboden. Inwoners kunnen hiermee zelf invloed uitoefenen op de hoogte van hun afvalstoffenheffing.
Onze inwoners hebben de afgelopen jaren hele goede resultaten behaald met deze inzamelsystematiek. In 2012 was het scheidingspercentage 51% en de hoeveelheid restafval 149 kilo. In 2021 was het scheidingspercentage 87% en 51 kilo restafval. In 2020 en 2021 was het scheidingspercentage iets lager en de hoeveelheid restafval iets hoger vanwege de COVID pandemie. Door deze goede resultaten heeft de afvalstoffenheffing flink kunnen dalen. Wel zien we nu het percentage verontreiniging in de verschillende afvalfracties toenemen.
Het tarief vastrecht afvalstoffenheffing 2023 stijgt met € 2,00 van € 182,00 naar € 184,00. Deze geringe stijging is mogelijk door de inzet van € 65.000 vanuit de afvalvoorziening.
Opbouw kosten afvalstoffenheffing (per huishouden) | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
Kosten afvalinzameling door ROVA | 177 | 159 | 166 | 169 |
Kosten gemeente | 32 | 37 | 38 | 40 |
BTW | 34 | 34 | 36 | 37 |
Inzet reserve afvalinzameling | - 29 | - 2 | - 7 | - 7 |
Deel ontvangen vergoeding Nedvang | - 47 | - 25 | - 19 | -23 |
Inzet (extra) dividend ROVA | 0 | - 4 | - 4 | - 4 |
Totale kosten per huishouden | 167 | 199 | 210 | 212 |
Af: gemiddelde variabele kosten voor aantal ledigingen per huishouden (diftar) | 24 | 28 | 28 | 28 |
Tarief vastrecht (totale kosten -/- variabele kosten | € 142 | € 171 | € 182 | € 184 |
De kosten voor het sorteren en vermarkten van PMD vervallen bij ROVA. Alleen het inzamelen van PMD valt nog onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Daar staat echter tegenover we daarvoor ook geen vergoeding meer van Nedvang ontvangen. Echter de kosten voor het inzamelen van het GFT stijgen vanaf 2023.
De variabele tarieven voor 2023 worden ongewijzigd vastgesteld:
- Verzamelcontainer (ondergronds systeem) : € 1,80
- 240 liter restafvalcontainer : € 10,60
- 140 liter restafvalcontainer : € 6,50
Kostendekkendheid
We streven naar 100% dekking op de afvalbegroting. Dit betekent dat de inkomsten afvalstoffenheffing gelijk zijn aan de kosten afvalbeheer.
Kostendekkendheid afvalstoffenheffing 2023 | |||
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | 1.722.184 | ||
Inkomsten taakveld, exclusief heffingen | -298.002 | ||
Netto kosten taakveld | 1.424.182 | ||
Toe te rekenen kosten: | |||
Overhead inclusief (omslag)rente | 117.297 | ||
BTW | 329.259 | ||
---|---|---|---|
Totale kosten | 1.870.737 | ||
Opbrengst heffingen | -1.870.737 | ||
Dekkingspercentage | 100% |
Jaarlijks keert ROVA dividend uit. In de algemene middelen is vanaf 2021 een structurele opbrengst geraamd van € 131.000. Vanaf de begroting 2021 is het extra dividend van € 32.000 structureel verwerkt als opbrengst ten gunste van het tarief voor de burger.
De afgelopen jaren is het tarief voor de afvalstoffenheffing 'kunstmatig' laag gehouden door de inzet van de voorziening afvalstoffenheffing. De behaalde voordelen uit het verleden zijn ingezet ten gunste van het tarief.
De stand van de voorziening afvalstoffenheffing is eind 2022 naar verwachting € 165.747. We hebben € 60.000 ingezet voor tariefsverlaging 2022. We zetten € 65.000 in ten gunste van het tarief vastrecht afvalstoffenheffing 2023.
We hanteren een maximum van € 100.000 in de voorziening afvalstoffenheffing voor het opvangen van gebeurtenissen in de loop van het jaar. Is de voorziening hoger? Dan zetten we het meerdere in ten gunste van het tarief afvalstoffenheffing in het eerst volgende jaar.
In de tabel hieronder is het verloop van het tarief in de afgelopen jaren te zien.
Jaar | Vast tarief | Variabel tarief |
---|---|---|
2019 | € 122,00 | € 24,14 |
2020 | € 142,00 | € 24,12 |
2021 | € 171,00 | € 27,98 |
2022 | € 182,00 | € 27,98 |
2023 | € 184,00 | € 27,96 |
Het zijn roerige tijden in de wereld, en dat zie je ook terug bij de kosten voor afvalinzameling. De verwachting is dat hierdoor de afvalstoffenheffing de komende jaren verder stijgt richting € 200,00 per aansluiting. Zouden onze inwoners minder goed scheiden, dan zou deze stijging nog flink hoger uitvallen. Afval scheiden loont dus nog steeds.
- We krijgen te maken met dalende opbrengsten voor grondstoffen, lagere vergoedingen vanuit het verpakkingsconvenant en stijgende kosten voor verwerking (o.a. afsluiten nieuwe contracten en hoge dieselkosten)
- Ingezamelde grondstoffen zoals PMD, GFT en textiel worden steeds vaker afgekeurd door verontreiniging van deze fracties. Hierdoor nemen de te verwachten kosten voor sorteren toe en dalen de opbrengsten
- De vergoeding vanuit NedVang voor de aanpak van zwerfafval is gestopt. De kosten hiervoor komen nu voor onze eigen rekening.
- Er wordt al veel gesproken over het betalen van een CO2 heffing voor het verbranden van ons afval. Naar verwachting gaat dit vanaf 2024 in.
Rioolheffing
In het nieuwe GRP (gemeentelijk rioleringsplan) dat vanaf 1 januari 2022 is ingegaan, gaan we (weer) over op het activeren en afschrijven (40 jaar) van vervangingsinvesteringen. Hiermee brengen we de systematiek weer in overeenstemming met de landelijk meest gangbare systematiek bij gemeenten. Het gevolg van de wijziging in systematiek is dat alleen de kapitaallasten (afschrijving en rente) van de investeringen in de tarieven worden doorberekend en niet het bedrag van de investering zelf.
Hierdoor verlaagden we in 2022 de lasten voor de rioolheffing met € 39 voor een één persoonshuishouden en met € 45 voor een meerpersoonshuishouden.
We verhogen in 2023 de tarieven met 3%. Hierbij wordt € 30.000 ingezet van de rioolvoorziening.
Tarieven voor de rioolheffing 2023:
Tarief meerpersoonshuishouden: € 285,00
Tarief één persoonshuishouden: € 234,00
Tarief niet-woningen (bedrijven): € 2,75 per m2 waterverbruik met een minimum van € 285,00.
Kostendekkendheid rioolheffing 2023 | |||
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | 2.377.788 | ||
Inkomsten taakveld, exclusief heffingen | -33.200 | ||
Netto kosten taakveld | 2.344.588 | ||
Toe te rekenen kosten: | |||
Overhead inclusief (omslag)rente | 304.910 | ||
BTW | 378.015 | ||
---|---|---|---|
Totale kosten | 3.027.513 | ||
Opbrengst heffingen | -3.026.684 | ||
Dekkingspercentage | 100% |
Begraafrechten
Begraafrechten is een bestemmingsheffing. De opbrengsten van de begraafrechten dienen te worden gebruikt om deze uitgaven te bekostigen. Bij de berekeningen voor de begraafrechten maken we gebruik van gewogen gemiddelden over de afgelopen 3 jaar. Voor de begroting 2023 hebben we het belastingjaar 2020 en 2021 buiten de berekeningen gelaten. Op deze manier laten we de gevolgen van Covid-19 niet meewegen in de kosten en opbrengsten voor de begroting 2023.
De gemeenteraad heeft ervoor gekozen om de belevingswaarde van groen te kwantificeren en er voor te kiezen om deze voor de helft van het bedrag (€ 30.000) niet toe te rekenen aan de tarieven voor het recht tot begraven (volwassene en kind). De raad heeft besloten om deze kosten ten laste te brengen van het budget onderhoud groen.
In het coalitieakkoord is opgenomen dat bij het bepalen van de tarieven voor begraafrechten er rekening wordt gehouden met de betaalbaarheid voor onze inwoners.
De tarieven voor de begraafrechten zijn geïndexeerd met 3%. Het dekkingspercentage is 92%.
Tarieven begraafrechten 2023:
- Recht tot begraven volwassene € 1.312,00
- Nieuw graf voor 40 jaar € 2.829,00
- Nieuw graf voor onbepaalde duur € 5.656,00
Kostendekkendheid begraafrechten 2023 | ||||
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | 371.003 | |||
Inkomsten taakveld, exclusief heffingen | - 30.000 | |||
Netto kosten taakveld | 341.003 | |||
Toe te rekenen kosten: | ||||
Overhead inclusief (omslag)rente | 101.788 | |||
BTW (niet toe te rekenen) | ||||
Totale kosten | 442.791 | |||
---|---|---|---|---|
Opbrengst heffingen | -408.190 | |||
Dekkingspercentage | 92% |
Marktgelden
Marktgelden is een bestemmingsheffing. De opbrengsten van de marktgelden dienen te worden gebruikt om deze uitgaven te bekostigen. Zowel de inkomsten als de uitgaven van de marktgelden zijn cijfermatig aangepast op basis van de trendmatige gegevens over de afgelopen jaren. De tarieven voor de marktgelden zijn geïndexeerd met 3%. Het dekkingspercentage is 51%.
Volgens regelgeving BBV zijn de kosten en opbrengsten van de standplaatsen (vergunningen buiten de reguliere marktdagen om) geen onderdeel van de kostendekkendheid marktgelden. Deze opbrengsten zijn onderdeel van de precariobelasting (algemeen dekkingsmiddel).
De tarieven voor standplaatsen zijn opgenomen in de Verordening precariobelasting. De kosten en opbrengsten worden - net als de opbrengsten van de weekmarkt - wel verantwoord op het taakveld 'bedrijvenloket en bedrijfsregelingen'.
Ook de kosten en opbrengsten van de kermis tijdens de jaarmarkt Genemuiden maken geen deel uit van de berekening kostendekkendheid. De tarieven hiervoor zijn niet opgenomen in de verordening marktgelden. Hiervoor zijn privaatrechtelijke overeenkomsten/afspraken gemaakt.
Kostendekkendheid marktgelden 2023 | ||||
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | 28.119 | |||
Inkomsten taakveld, exclusief heffingen | ||||
Netto kosten taakveld | 28.119 | |||
Toe te rekenen kosten: | ||||
Overhead inclusief (omslag)rente | 24.980 | |||
BTW | 849 | |||
---|---|---|---|---|
Totale kosten | 53.948 | |||
Opbrengst heffingen | -27.600 | |||
Dekkingspercentage | 51% |
Havengelden
Havengelden is een bestemmingsheffing. De opbrengsten van de havengelden dienen te worden gebruikt om deze uitgaven te bekostigen. Zowel de inkomsten als de uitgaven van de havengelden zijn cijfermatig aangepast op basis van de trendmatige aantallen ladingen/lossingen over de afgelopen jaren.
De tarieven voor de havengelden zijn geïndexeerd met 3%. Het dekkingspercentage is 90%.
Volgens regelgeving BBV moeten de uitgaven en inkomsten voor woonschepen verantwoord worden op het taakveld 'wonen en bouwen'. De tarieven voor woonschepen zijn echter opgenomen in de verordening havengelden en daardoor onderdeel van de berekening kostendekkendheid havengelden.
Kostendekkendheid havengelden 2023 | ||||
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | 198.413 | |||
Inkomsten taakveld, exclusief heffingen | -1.000 | |||
Netto kosten taakveld | 197.413 | |||
Toe te rekenen kosten: | ||||
Overhead inclusief (omslag)rente | 66.701 | |||
BTW | 14.137 | |||
---|---|---|---|---|
Totale kosten | 278.250 | |||
Opbrengst heffingen | -251.440 | |||
Dekkingspercentage | 90% |
Leges
Voor een aantal leges geldt dat hiervoor uitsluitend bij wet- en regelgeving vastgestelde bedragen in rekening kunnen worden gebracht. De Rijksoverheid stelt de maximum tarieven vast voor reisdocumenten en rijbewijzen. Ook het tarief voor het afgeven van een uittreksel Burgerlijke stand wordt vastgesteld door de Rijksoverheid. Deze tarieven zijn niet kostendekkend.
Daarnaast mogen, op basis van wetgeving, geen kosten in rekening worden gebracht voor het opmaken van akten van overlijden, geboorten, erkenning enzovoort.
Verder moeten gemeenten, op grond van de wet, op twee momenten per week de gelegenheid bieden voor een kosteloze huwelijksvoltrekking. Het is de verwachting dat van de 100 huwelijken er 55 kosteloos worden voltrokken.
Uitgangspunt - voor zover niet wettelijk bepaald - voor de overige leges is 100% kostendekkendheid.
Kostendekkendheid burgerzaken 2023 (inclusief Rijksleges) | |||
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | 258.342 | ||
Inkomsten taakveld, exclusief heffingen | - | ||
Netto kosten taakveld | 258.342 | ||
Toe te rekenen kosten: | |||
Overhead inclusief (omslag)rente | 151.489 | ||
BTW | 9.265 | ||
---|---|---|---|
Totale kosten | 419.096 | ||
Opbrengst heffingen | -232.782 | ||
Dekkingspercentage | 56% |
De tarieven voor omgevingsvergunningen stellen we nu ongewijzigd vast. Door de stijging van de bouwkosten stijgen ook de bijbehorende leges mee (grondslag voor de leges zijn de bouwkosten).
Het ziet er naar uit dat op 1 januari 2023 de Omgevingswet van kracht gaat. Daarbij hoort ook het vaststellen van een Legesverordening met aangepaste tarieven op basis van het Omgevingsplan.
Op basis van de gewogen gemiddelden van de afgelopen jaren en de te verwachten aanvragen in 2023, worden de opbrengsten vooralsnog begroot op € 950.000. Bij het ongewijzigd vaststellen van de tarieven omgevingsvergunningen 2023 is het dekkingspercentage 98%.
Kostendekkendheid omgevingsvergunning 2023 | ||||
Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | 451.136 | |||
Inkomsten taakveld, exclusief heffingen | - | |||
Netto kosten taakveld | 451.136 | |||
Toe te rekenen kosten: | ||||
Overhead inclusief (omslag)rente | 503.962 | |||
BTW | 15.120 | |||
---|---|---|---|---|
Totale kosten | 970.219 | |||
Opbrengst heffingen | -949.946 | |||
Dekkingspercentage | 98% |
Begroting Legesverordening 2023 | ||||
Titel 1 Algemene dienstverlening | ||||
Lasten | Baten | Kosten-dekkendheid | ||
H1 Burgerlijke stand | 45.859 | -30.958 | 68% | |
H2 Reisdocumenten en identiteitskaart | 107.049 | -50.413 | 47% | |
H2 Rijksleges reisdocumenten | 46.483 | -46.483 | 100% | |
H3 Rijbewijzen | 116.566 | -61.567 | 53% | |
H3 Rijksleges rijbewijzen | 25.476 | -25.476 | 100% | |
H4 Verstrekkingen BRP | 42.144 | -1.650 | 4% | |
H9 Overige publiekszaken | 23.694 | -4.410 | 19% | |
H9 Rijksleges VOG | 3.385 | -3.385 | 100% | |
H9 Rijksleges Naturalisatie | 8.440 | -8.440 | 100% | |
€ 419.096 | € -232.782 | 56% | ||
H10 Naspeuringen archief | 1.094 | -650 | 59% | |
H12 Leegstandswet | 1.0069 | -262 | 26% | |
H16 Kansspelen | 477 | -113 | 24% | |
H17 Telecommunicatie | 40.287 | -36.420 | 90% | |
H18 Verkeer en vervoer | 27.626 | -5.126 | 19% | |
H19 Diversen | 3.099 | -1.371 | 44% | |
Totaal | € 492.687 | € -276.724 | 56% | |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning | ||||
Lasten | Baten | Kosten-dekkendheid | ||
Overige Kosten | 70.000 | |||
Loonkosten | 351.856 | |||
Loonkosten extracomptabel | 27.550 | |||
Overhead | 503.962 | |||
Toe te rekenen BTW | 15.120 | |||
Opbrengsten Omgevingsvergunningen | -949.946 | |||
Totaal | € 970.219 | € -949.946 | 98% | |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn | ||||
Lasten | Baten | Kosten-dekkendheid | ||
H1 Horeca | 14.924 | -3.510 | 24% | |
H2 Evenementen | 29.600 | -800 | 3% | |
H7 Niet benoemde vergunningen | 2.576 | -195 | 8% | |
Totaal | € 47.099 | € -4.505 | 10% | |
Totaal | € 1.510.005 | € -1.231.175 | 82% |